Op 13 maart 1907 richtten de gebroeders Jakob en Klaas Vet, opgegroeid in Purmerend, waar hun plateelfabriek ‘Purmerend’ het jaar ervoor was afgebrand, de Arnhemsche Fayencefabriek op. De fabriek produceerde in de eerste periode aardewerk gelijk aan de modellen en decors uit Purmerend. Later zouden daar meerdere kleurrijke decors aan worden toegevoegd. De fabriek kende in de begin twintiger jaren hoogtijdagen en moest meerdere malen de fabriek uitbreiden. In 1928/29 werd er voor de Plateelbakkerij Zuid-Holland gebakken in verband met staking.
De crisis die rond 1930 de Nederlandse aardewerkindustrie in zijn greep hield, trof ook de Arnhemse Fayencefabriek. In plaats van tijdrovende en dus kostbare, handbeschilderde Goudse versieringen richtte de fabriek zich nu op eenvoudige keramische vormen met gespoten en druipende glazuren. Hoewel het bedrijf niet de enige was die zo het hoofd boven water probeerde te houden, is er wel sprake van typisch Arnhemse keurcombinaties als zwartoranje en oranjeblauw.
Om het hoofd boven water te houden maakte de fabriek nog aardewerk in opdracht, voor verenigingen en bedrijven. Daarnaast werd er samengewerkt met de plateelbakkerij ‘RAM’ waar het in die tijd ook wat moeilijker ging. Deze fabriek was opgericht voor de ontwerper T.A.C Colenbrander en stond vlakbij de Arnhemsche Fayencefabriek, in dezelfde straat (Amsterdamseweg).
In 1934 leidde de crisis uiteindelijk tot het staken van de productie en de uiteindelijke sluiting van de fabriek.